Haar naam is…
Ze mag niet van haar ma ze mag niet van haar god en die rare oom slaapt in ’t hondenhok Als hij niet bij haar ma ligt dat is zo nu en dan schrijft zij een gedicht daar komt herrie
in a song
Ze mag niet van haar ma ze mag niet van haar god en die rare oom slaapt in ’t hondenhok Als hij niet bij haar ma ligt dat is zo nu en dan schrijft zij een gedicht daar komt herrie
Mirka is op weg met de metro door de stad daar ziet ze Tomášek van het Arbeidsbureau hij heeft een baan voor haar, o wat een aardig lieve jongen ze gaat met hem wat drinken en hij geeft haar een
Een zonovergoten stad in de zomerflarden van verzen in je hoofdje valt weer ten prooi aan duizenden woordende weg die je gaat, een onbekende straatde hand van mijn lief drukt mijn handze kijkt hem in de ogen en ik
Ach ja, de liefde ’t is me watDa’s wat mijn moeder zeiNiet dat zij veel ervaring hadToch vermaande ze mijDat als de liefde komtMoet je op je hoede zijnZo mooi, zo blond en zo alleenHoedje voor de pijnEn toen kwam
Lijflust voor site_0 Nee, je kunt er niet aan sterven Je gaat er niet van dood Maar als je heel alleen zit Is lijflust oneindig groot Het is fijn met iemand praten Tot in het holst van de nacht Maar
Hier kun je de song beluisteren: Ik wil een vrouw die me niet verstaat die niet weet waar dit lied over gaat ze brult het mee, compleet uit de maat ik wil een vrouw die me niet verstaat ik
In de morgen koffie ruiken Wachten tot jij komt In mijn hoofd zindert een stilte Die mijn ik verstomt Het lijkt dikwijls vanzelfsprekend Dat het zo nu en dan benauwt En met mij soms op de loop gaat
Hij: In mijn kamer, in de kou scheur ik knipsels, denk aan jou een buitenstaander, wie ben je nou niemand ziet de binnenbouw Zij: Onze lijven, wat is dat nou je bent een ouwe, je hebt een vrouw toch