Mooie morgen
In de morgen koffie ruiken Wachten tot jij komt In mijn hoofd zindert een stilte Die mijn ik verstomt Het lijkt dikwijls vanzelfsprekend Dat het zo nu en dan benauwt En met mij soms op de loop gaat
in a song
In de morgen koffie ruiken Wachten tot jij komt In mijn hoofd zindert een stilte Die mijn ik verstomt Het lijkt dikwijls vanzelfsprekend Dat het zo nu en dan benauwt En met mij soms op de loop gaat
Hij: In mijn kamer, in de kou scheur ik knipsels, denk aan jou een buitenstaander, wie ben je nou niemand ziet de binnenbouw Zij: Onze lijven, wat is dat nou je bent een ouwe, je hebt een vrouw toch