Geen balpen, bic noch stylo voor mij

In den beginne was het woord: aap noot.
Hoe ging dat verder, vuur hok enzovoort.
Het stond in krijt op het groene bord.
De grootste aap die stond van voor.
We brulden hem na in koor, jongens
strak gepakt in een grijze schort.
De kiel van het werkvolk, een stiel
moet je leren en lezen en schrijven.
Het was te veel voor onze kinderziel.
IJverig schoonschrift oefenen, een
kroontjespen in dat potje drijven.
O de vele krassen, tegen het gedoe
is geen kruid gewassen.

Somtijds slingert het me heen en weer
tussen toen en de wereld van vandaag.
Nu tik ik liever op klavier dan dat
mijn hand krampachtig zwalkt op het papier.
Links ben ik, maar daar stak de meester een
stokje voor. De tikken op mijn vingers
kerfden diep als een hinderlijke plaag.

Geen balpen, bic noch stylo voor mij
Tags: