A’dam en de ark

In Amsterdam; dat moeras, het veen
De grachten, wallen; waar jij alleen
Dwaalt door het huis van Van Gogh
Waar het doek viel, och hondekes toch…

In dat Amsterdam, met zijn duizend verhalen
Over het godenkind, die initialen
Van de verlosser, een duivel-doet-al
Het heelal vervat in een bal

Daar zag hij haar komen
Ze zei: Wees niet bang voor de bomen
Alle wegen leiden naar

Amsterdam, de Ouwe kerk
Een stoeterij van drank, drugs en seks
De ark maakt water, loopt averij
Ja we zijn er weer bij

Daar zag ik jou komen
Je zei: Wees niet bang voor de bomen
Alle wegen leiden naar

Amsterdam, er loopt een man door het park
Hij is op zoek naar de ark
Daar is geen plaats voor ons allebei
Hier laat ik jou vrij

A’dam en de ark